Boekverslag Een overtollig mens – J.M.A. Biesheuvel

TITEL

De title van het boek is Een overtollig mens.

AUTEUR

Het boek is geschreven door J.M.A. Biesheuvel

INFORMATIE OVER DE SCHRIJVER

J.M.A. Biesheuvel is geboren in 1939 in Schiedam. Hij was een gymnasiast en na zijn rechtenstudie aan de Leidse Universiteit heeft hij een tijdlang gevaren. Daarna heeft hij gewerkt bij het Europees Vertalingen centrum aan de Technsiche Universiteit van Delft en bij de bibliotheek van het Vredesplein in Den Haag.  Nu is hij deeltijdmedewerker van het Academisch Ziekenhuis in Leiden.

Zijn eerste verhalenbundel verscheen in 1972 en heet ‘In de bovenkooi’. Het boek gaf hem een eigen plaats in de Nederlandse literatuur en inmiddels heeft hij veertien boeken geschreven en is een zeer geliefd Schrijver.

COPYRIGHT

1988

UITGEVER

Het boek werd door Meulenhoff Nederland bv geproduceerd voor de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlands boek in het kader van de boekenweek 1988.

ONDERTITELS

Er zijn vijf verhalen:        – Een overtollig mens                      – 37 blz.

                                       – Een Job van onze tijd                    – 13 blz.

                                      – De lezing                                       – 16 blz.

                                      – De klok                                          – 15 blz.

                                        – Hoe bestaat het!                        –   7 blz.

OPDRACHT

Het boek is opgedragen: Aan mijn hooggeschatte schoonmoeder mevrouw J.J. Gütlich-Michels.

SAMENVATTING VAN HET VERHAAL EEN OVERTOLLIG MENS

Johan Knipperling is een 45-jarige man, die al vijftien jaar aan het promoveren is. Nadat hij afgestudeerd was, heeft hij ongeveer vijf jaar als boerenknecht in Karelië gewerkt. Daar heeft hij geen vrienden aan overgehouden en hij heeft nu nog steeds geen vrienden. Johan is bezig een proefschrift te schrijven over de ziekte van Bechterlev, een ziekte die hij zelf ook heeft, maar het wil niet echt lukken.

De ziekte van Bechterlev is een ziekte waarbij de ruggengraat steeds moeilijker buigt, doordat de tussenwervelschijven verstenen.

Als Johan bezig is zijn proefschrift te schrijven, hoort hij vaak geluiden van het huis onder zijn huis, waar een loodgieter met zijn gezin woont. Dan hoort hij gelach en andere vrolijke geluiden dan wil hij graag naar beneden gaan om het ook gezellig te hebben. Want zelf heeft hij weinig contacten: ’s Morgens ontbijt hij in het ziekenhuis dat bij de universiteit hoort en ’s middags eet hij daar ook. Alleen ’s avonds eet hij bij zijn hospita.

Eén keer had hij beneden gegeten, maar toen deed hij zo klungelig en verlegen, dat hij een angstbui kreeg. Op dat moment wilde hij graag zelfmoord plegen, maar dat heeft hij niet gedaan, onder andere omdat hij daar te laf voor is.

Doordat hij zo moeilijk in de omgang was, had hij ook geen vrienden. Alleen de zwerfkatten op het ziekenhuisterrein zijn zijn vrienden. Hij geeft ze allemaal te eten.

Toen Johan een potje naar de professor van de universiteit moest brengen, heeft hij de dochter van de professor ontmoet. Ze heette Irma en Johan vond haar heel mooi. Toen ze even vriendelijk naar hem had gelachen, werd hij helemaal verliefd op haar.

Later heeft hij Irma een brief geschreven, waarin hij zei dat ze zo mooi en lief was en dat hij graag met haar wilde trouwen om een gezinnetje te stichten. Ook schreef hij hoe alleen hij was en dat hij angst had voor het leven. Zo vertelt hij Irma zes bladzijden lang over al zijn eenzaamheid, droefenis, pijn, angst en ellende. Dan eindigt hij de brief met: ‘uw Johan Knipperling (tot nu toe een overtollig mens)’ .

Net als alle andere liefdesbrieven, verstuurt hij ook deze niet.

Met de jaren gaat Johan steeds krommer lopen en de ziekte begint nu pas goed toe te slaan. Hij kan zijn rug niet meer bewegen, heeft veel pijn en hij heeft nog steeds geen vrienden of vrouw.

Op een dag gaat Johan naar het laboratorium voor pathologische anatomie en hij maakt een afspraak met twee mannen, dat ze na zijn dood zijn lichaam zullen gebruiken voor wetenschappelijke doeleinden.

Op een gegeven moment heeft Johan naast Bechterlev nog een eigenaardige ziekte opgelopen en hij hoeft niet meer aan zijn proefschrift te werken, want hij ligt in heet ziekenhuis. Hij maakt zich zorgen om de zwerfkatten, omdat er niemand is die ze verzorgt.

Toch is hij gelukkig, want voor het eerst in zijn leven zijn mensen aardig tegen hem en de zusters houden zijn hand vast zonder dat ze daarvoor betaald willen krijgen, zoals de hospita dat altijd wilde.

Dan gaat Johan dood met een glimlach op zijn gezicht.

Drie dagen later komen twee mannen van het pathologisch-anatomisch laboratorium, die het lijk in een enorme kookpot zetten. Het water begint te koken en al het vlees valt eraf. De zwerfkatten komen op de geur af en de twee assistenten gooien de katten stukjes long, hart, vlees en nog veel meer toe.

Op de universiteit laat de professor het skelet van Johan aan zijn leerlingen zien, die geen verschil zien met een normaal skelet.

Dan zegt de professor: “Ja, maar u had die man moeten kennen toen hij nog leefde….O eenzaamheid, o Johan Knipperling, o mensheid.

PERSONAGES

  • Johan Knipperling is een ontzettend eenzame, angstige en geïsoleerde man, Hij heeft last van angstbuien. Hij ziet er onverzorgd uit en hij wast zichzelf en zijn kleren nooit. Dan heeft hij ook nog een ziekte, de ziekte van Bechterlev. Johan is de enige hoofdpersoon,
  • Irma is de dochter van de professor. Ze wordt alleen gezien door de ogen van Johan en hij vindt haar mooi, lief en vriendelijk,
  • De hospita komt over als een onvriendelijke vrouw, aangezien ze voor elk wissewasje geld wil zien.
  • De familie van de loodgieter is een zeer aardige, gezellige familie, ook al zijn ze arm.

TITELVERKLARING

  • De titel van het boek: Deze is genoemd naar de titel van het eerste verhaal in het boek.
  • De titel van het verhaal: Johan is een man zonder vrienden en eigenlijk heeft zijn leven niet zoveel nut, daarom is hij overbodig op deze wereld, want niemand zou hem missen. Hij is dus een overtollig mens.

THEMA

De eenzaamheid en angst van een man, die geen vrienden heeft en door de mensen wordt uitgestoten.

PERFSPECTIEF

Het verhaal wordt verteld door een alwetende verteller.

TIJD

  • Verteltijd verhaal: 37 blz.
  • Verteltijd boek: 94 blz.
  • Vertelde tijd verhaal: ongeveer 4 jaar.

MOTIEVEN

De ziekte van Bechterlev, eenzaamheid, zijn proefschrift en zijn hospita komen door het hele verhaal steeds weer terug.

SFEER

Het is een beetje een benauwde sfeer. Het is winter en ook door ziekte, eenzaamheid en verdriet komt alles heel somber over.

EIGEN MENING

Het eerste verhaal is een heel triest verhaal, maar wel makkelijk geschreven, net als de rest van het boek, hoewel de hoofdpersoon soms wel een vreemd taalgebruik heeft.

Vooral het verhaal De Klok is heel leuk, omdat daar ook nog wat humor in zit.

Het boek als geheel was niet overweldigend, maar wel aardig om te lezen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.